Ik schreef voor Santé een persoonlijk artikel over mijn (gebrek aan een) kinderwens. Een onderwerp waar ik best open over ben, maar soms merk ik dat er een klein taboe op rust. Reden te meer om het verhaal ook op mijn blog te delen.

Om haar heen zijn steeds meer vriendinnen zwanger of moeder, maar bij Shirley (30) kriebelt er nog niks. Op zich niet erg, maar staat ze ervoor open als haar vriend straks wel kinderen zou willen?

Ik ben op een etentje met vrienden, aanhang en kinderen. Ik kijk hoe mijn vriend kiekeboe speelt met één van de kinderen. Hij maakt een grapje en werpt het jongetje nog een dikke knipoog toe. Mijn vriend is heel leuk is met kinderen van familie en vrienden; grapjes maken, spelletjes doen, samen op het springkussen. Ik vind het vreselijk kut van mezelf, maar na zo’n dag ga ik soms met een rotgevoel naar huis. Mijn vriend zou een superleuke vader zijn. Iets dat ik hem misschien niet wil geven.

Wat niet is kan nog komen

Op de middelbare school droomden de meeste van mijn vriendinnen van huisje-boompje-baby, jong moeder worden. Ik zei toen al dat ik geen moeder wilde worden. En hoewel ik er tegenwoordig iets milder over denk (onder het mom van: wat niet is kan nog komen?), is mijn mening door de jaren heen niet veranderd. Het lijkt alsof veel mensen dat moeilijk kunnen geloven. Als ik mijn gebrek aan kinderwens hardop uitspreek, krijg ik steevast dezelfde reactie: ‘Je bent nog jong. Wacht maar, jouw tijd komt nog wel.’
Gemiddeld worden vrouwen in Nederland moeder als ze 29,9 jaar zijn. Inmiddels ben ik dertig. In theorie zou dit dus mijn tijd kunnen zijn. Om me heen zie ik het ook: er worden huizen gekocht, bruiloften gevierd en de geboortes volgen elkaar in een hoog tempo op. Ik ben heel open over mijn vooralsnog ontbrekende kinderwens. Mijn vriend weet het sinds onze eerste date zes jaar geleden en veel van onze vrienden weten hoe ik erover denk. Toch zie ik een vriendin hoopvol naar me kijken als ik tijdens de kraamvisite haar baby vasthoud: ‘En vind je kinderen wel leuk nu je mijn baby hebt gezien?!’ De waarheid: ik vind kinderen best leuk, zolang ze van anderen zijn. Maar des te meer vriendinnen ik hun weg zie vinden in het moederschap, hoe minder ik mezelf in de toekomst met een kindje zie.

Van jongs af aan gezegd dat je geen moeder wil worden? Bij 20 procent komt de kinderwens later in het leven alsnog.

Bron: Echte vrouwen krijgen een kind – Liesbeth Smit

Te veel bezig met de grote vraag

Tijdens een etentje merkt vriendin T. op dat ik veel te veel nadenk over de vraag of ik kinderen wil of niet. Tussen twee happen risotto door besef ik dat ze gelijk heeft. Natuurlijk kan ik gewoon afwachten en kijken of mijn kinderwens nog komt. Alleen hoe ouder ik word, hoe meer ik me ervan bewust ben dat een verschil in kinderwens het einde van een relatie kan betekenen. Van mijn relatie. Je kunt niet zomaar zeggen: ‘jij wil twee kinderen, ik wil er geen? Dan houden we het er bij één.’ Kinderen zijn geen compromis. Mijn vriend staat open voor kinderen. Als we het erover hebben zegt hij dat hij zichzelf zowel gelukkig ziet zijn in een leven mét of een leven zónder kinderen. Ik ben blij dat hij er zo in staat, maar wat als hij dat vooral zegt om mij gerust te stellen? Stel dat zijn gevoel in de toekomst verandert. Blijf ik dan zo stellig? Wil ik echt geen kinderen, of zou ik mezelf ook gelukkig zien in een leven met kinderen? ‘I want to want to have kids,’ las ik in het boek Selfish, Shallow and Self-Absorbed. Dat is heel herkenbaar: ik zou best wíllen dat ik een kinderwens had, maar ik voel het niet. Is dit de eerste stap?

Moeder natuur

Hoe dan ook, of ik nu kies voor een leven met of zonder kind, ik wil de keuze graag bewust maken. Ik wil niet dat ‘mijn tijd’ straks ongemerkt voorbij is gegaan en dat ik spijt heb dat ik er niet eerder bij stil heb gestaan. Is het raar dat ik er zo over denk? Ik besluit mijn vragen voor te leggen aan Yvette Rongen, psychotherapeut in haar eigen praktijk BALANS by Yvette. Yvette slaat de spijker op zijn kop als ze naar mijn relaas luistert. “Je verhaal is eigenlijk heel kenmerkend voor de tijd waarin we leven. We kunnen tegenwoordig zoveel keuzes maken, maar niet álles in het leven is maakbaar. Het is onvermijdelijk dat moeder natuur iets te zeggen zal hebben over de kwestie of je kinderen zult krijgen of niet.”
Natuurlijk weet ik heel goed dat het niet iedereen gegund is om kinderen te krijgen en daarom voelt het soms enorm cru om er zo bewust over na te denken. Patricia de Ryck (35, journalist en auteur van het boek en blog De twijfelmoeder) herkent dat: “Er zijn zoveel mensen die al hun leven lang dromen van een gezin, maar bij wie het tot hun grote verdriet niet lukt. Daardoor voelde ik me soms extra bezwaard over mijn twijfels. Waarom weet ik het niet, terwijl zij zo gelukkig met een kind zouden zijn?”

Twijfelen over je kinderwens: einde relatie?

De man van Patricia had altijd al een kinderwens. Zo kwam het dat Patricia over haar kinderwens begon na te denken. “Ik had eigenlijk geen idee of ik kinderen wilde. Ik had er simpelweg nooit echt over nagedacht. Toen mijn man en ik een relatie kregen, waren we 22 en 23 jaar. Dan kun je je kop nog enigszins in het zand steken als één van de twee twijfelt over een kinderwens. Toen we ouder werden, ging dat niet meer. Mijn man wilde het liefst jong vader worden. Ik wilde mijn relatie niet zomaar opgeven en dus gaf ik mezelf een deadline: voor mijn 33ste wilde ik de knoop doorhakken. Zo zou hij eventueel nog tijd hebben om een andere partner te vinden om wél kinderen mee te krijgen.”
Het is een pijnlijk besef, maar wel de realiteit: een verschil in kinderwens kan het einde van je relatie betekenen. Hoe en wanneer je de knoop doorhakt? Dat is aan jezelf. Yvette Rongen: “Hoe belangrijk is je kinderwens? Je kunt je kinderwens opgeven voor je partner, maar je kunt ook weer gescheiden zijn van je partner als je veertig bent…”
Patricia: “Gelukkig lukte het ons om erover te blijven praten, dat is belangrijk, maar het is moeilijk. Wij hebben momenten gehad dat we lijnrecht tegenover elkaar stonden en alleen maar konden schreeuwen en huilen. Het betekent potverdorie dat je misschien uit elkaar moet. Dat je het leven dat je samen hebt opgebouwd moet opgeven vanwege een verschil in kinderwens, maar je wilt elkaar vooral gelukkig zien.”

Zo bespreek je je kinderwens in je relatie

In het boek De twijfelmoeder is één van de tips dan ook om te blijven praten. Is het gesprek te beladen? Schrijf elkaar een brief, tipt Patricia. Ik kan er in mijn relatie gelukkig ook redelijk goed over praten, want Yvette Rongen komt – niet geheel onverwacht – met dezelfde tip: “Je kunt er niet zomaar vanuit gaan dat iemand er nog steeds hetzelfde over denkt als een paar jaar of zelfs een paar maanden geleden. Je hoeft je kinderwens echt niet iedere dag te bespreken, maar houd het gespreksonderwerp warm. Wordt er in jullie omgeving een baby geboren, fantaseer dan eens over hoe het voor jullie zou zijn. Of visualiseer juist hoe jullie het leven zonder kind in zouden richten. Praat over hoe je het precies voor je ziet en waarom. Kom je er samen niet uit? Dan kan het helpen om te praten met een psycholoog. Twee sessies kunnen al heel verhelderend zijn. Een psycholoog kan de keuze niet voor je maken, maar kan door de juiste vragen te stellen wel helpen ontdekken waar je twijfel zit. Soms blijkt er meer achter te zitten; van een angst om bepaalde genen door te geven, angst voor bevalling of opvoeden… Soms zit er achter de angsten toch een kinderwens en soms blijkt dat iemand simpelweg geen kinderwens heeft. Tot welke beslissing je ook komt, als je er samen met je partner over praat, eventueel met een psycholoog erbij, kun je in ieder geval zeggen dat je er goed over hebt nagedacht.”
Een tip andere tip van Patricia is om het er niet alleen met je partner over te hebben, maar ook met anderen. Krijg je bijvoorbeeld de zoveelste vraag of opmerking over je kinderwens? Ga dan eens open het gesprek in. Je kunt bijvoorbeeld een tegenvraag stellen aan degene die jou de vraag stelt. Vraag bijvoorbeeld of zij het niet spannend vond toen ze besloot dat ze voor een kindje wilde gaan. Dat biedt ruimte voor een open gesprek over hetgeen waar jij zo over twijfelt en kan nieuwe inzichten bieden.Tegelijkertijd moet je ervoor zorgen dat je je niet te veel aantrekt van de meningen van anderen. Het is belangrijk om bij je eigen gevoel over het moederschap te komen en ervoor te zorgen dat je geen druk van buitenaf ervaart. Vier op de vijf vrouwen krijgt een kind. Daardoor kan het soms voelen alsof dat de norm is en het is moeilijk om bewust af te wijken van iets dat zo ‘normaal’ lijkt.

Eén op de vijf vrouwen blijft kinderloos. Dat aantal is al sinds 1990 onveranderd.

Bron: CBS

De keuze maak je samen

Een verschil in kinderwens blijft een complex onderwerp. Het is een keuze die alleen jijzelf – samen met je partner kan maken. Er is geen kant-en-klaar antwoord. Maar waar ik ook advies vraag: ‘blijven praten’ lijkt het devies. Patricia: “Je weet nooit 100 procent zeker of je de allerbeste keuze maakt. Maar als je goed hebt nagedacht, erover hebt gelezen en erover hebt gepraat, kun je jezelf nooit verwijten maken. Ik ben ervan overtuigd dat bewust kiezen, voorkomt dat je spijt krijgt, welke keuze je ook zult maken.”
Bij Patricia liep het uiteindelijk los. Haar twijfels vielen weg tijdens de vele gesprekken met haar man en het was hen gegund om een zoon te krijgen. “Eerst had ik als argument dat ik mijn vrijheid wilde behouden. Tijdens onze reis in Australië zag ik een koppel met kind rondreizen, zowel ouders als kind leken hartstikke gelukkig. Daarna was ik gefocust op mijn carrière, maar ook dat gaat prima samen, ontdekte ik toen ik er beter over nadacht. Zo vielen langzaamaan al mijn twijfels weg. Wat me het meest heeft gesterkt is dat mijn man mij altijd bleef steunen. Inmiddels is onze zoon twee. Ik twijfel nog steeds, alleen nu over hele andere dingen, zoals: ‘doe ik het wel goed?’”
Yvette Rongen vraagt aan het einde van ons gesprek of ik iets van geleerd heb van ons gesprek en of ik de tips kan toepassen in mijn eigen relatie. Verhelderend was het gesprek zeker. Mijn voornaamste inzicht: op dit moment wil ik geen kinderen. Maar zoals Yvette Rongen heel terecht opmerkte: “Dit is hoe je je nu voelt. Misschien ben je er nog niet klaar voor, maar dat wil niet zeggen dat dat niet komt.” Het leven is niet altijd maakbaar. Dit is hoe ik me nu voel en waar ik nu voor kies, dat kan en mag veranderen. Ik las ooit ergens – maar ik weet niet meer waar: ‘Een kinderwens is als een goede fles wijn, die moet je laten rijpen.’ Ik heb genoeg om over na te denken, maar ik heb besloten dat ik er voorlopig even níet meer te bewust over nadenk. Misschien verandert mijn kinderwens, misschien ook niet. Het is allebei goed.

Meer lezen over twijfelen over je kinderwens

Een kinderwens is een gevoelig onderwerp, dat merk ik alleen al aan de reacties die ik van anderen krijg als het ter sprake komt. Het is onmogelijk om in mijn artikel alle kanten te belichten en alle nuances aan te brengen. Gelukkig is er al veel geschreven over het onderwerp. Bekijk hier een lijstje met boeken.

Dit artikel verscheen in de Santé van november 2019. De titel werd iets sensationeler dan het echte verhaal.