Gran Canaria is een veelzijdig eiland waar vulkanisch, rotsachtig landschap zich afwisselt met groene bossen of zandstranden in het zuiden. Ideaal dus voor een afwisselende roadtrip. Tijdens mijn roadtrip van een week bezocht ik de mooiste plekken.

Ook mooi meegenomen: op Gran Canaria heb je relatief dicht bij huis kans op winterzon, vooral in het zuiden. Al groeit het groen natuurlijk niet vanzelf, zeker in het noorden en in de bergen is er niet altijd zongarantie.

1. Wandelen door de duinen van Maspalomas

In het zuiden van Gran Canaria liggen de indrukwekkende duinen van Maspalomas. Ze zien eruit als een ouderwets Windows-bureaublad. Zodra je de duinen ingaat (onder hotel Riu Palace door), zie je meteen de – in het echt indrukwekkendere – woestijnachtige look.

Op een bord staan een paar wandelingen aangegeven. Wij volgen er één die ons eerst weg van de duinen leidt. De natuur doet me daar een beetje denken aan de Soesterduinen, maar dan met exotischere begroeiing, zoals af en toe een palmboom. Na een tijdje komen de duinen weer in zicht. Goed voor rennen, klimmen en fotomomentjes. Er wordt hier trouwens naakt gerecreëerd, achter een hoge duin schuilt dus af en toe een verrassing.

2. Roque Nublo beklimmen

De bekendste plek van Gran Canaria is waarschijnlijk Roque Nublo, twee grote stenen op een plateau, ontstaan bij een vulkaanuitbarsting. Je bereikt het plateau bij de rots in minder dan een uur wandelen. Vanaf de parkeerplaats is het een relatief makkelijke wandeling en het uitzicht is grandioos. Bij helder weer kun je Tenerife zien.

3. Rots met uitzicht op de vorige rots: Roque Bentayga

Roque Nublo ligt vlakbij het dorp Tejeda, dat gezellig schijnt te zijn. Door een wegafsluiting eindigen we nooit in het dorp Tejeda, maar op de doodlopende weg richting Roque Bentayga. Prima, die rots staat ook op ons lijstje van dingen om te doen. Vanaf Roque Bentayga heb je uitzicht op Roque Nublo. Waar het pad omhoog logisch lijkt, zijn we op de terugweg aan het dwalen om het juiste pad naar beneden te vinden. De route en begroeiing zijn heel anders dan bij Roque Nublo, dus wat mij betreft een aanrader om beide rotsen te zien.

4. Zonder klimmen uitzicht vanaf Pico de Las Nieves

Het enige punt op het eiland dat hoger is dan Roque Nublo is Pico de las Nieves. Die plek kun je gewoon op de luie manier bezoeken; er zijn parkeerplekken bovenaan de berg. Parkeren betekent op Gran Canaria vaak improviseren. Als er al ‘echte’ plekken zijn, zijn ze vaak bezet. In veel gevallen moet je je gewoon zo goed mogelijk langs de net iets te smalle weg zetten. Het uitzicht vond ik minder mooi dan vanaf de rotsen die we al bezocht hebben. Achter je ligt een militaire basis, niet heel charmant dus.

Neem wat te eten mee, want onderweg omhoog met de auto kom je langs verschillende picknickplaatsen.

5. Op zoek naar Barranco de las Vacas

Barranco de las Vacas is een goed verstopte kloof die iets wegheeft van Antelope Canyon in Amerika. Een roadtrip langs de westkust van Amerika laat op zich wachten, dus dit is een prima alternatief. 

De exacte locatie niet duidelijk op Google Maps. Bij de plaats met de meeste reviews staan massa’s 1 sterren-reviews dat het niet de juiste plek is. Verschillende mensen delen foto’s van hun ingeslagen autoruit. Waar de juiste plek is? Daarover geven reviewers verschillende instructies. Dit is ongeveer hoe wij de barranco hebben gevonden. Via Google Streetview kun je de parkeeropties bestuderen.

We klimmen over de vangrail, dalen af, klimmen over het stenen muurtje waar we over hebben gelezen. De kloof laat zijn oranje kleuren het best zien als de zon schijnt. Inmiddels is de lucht betrokken en af en toe voel ik een regendruppel. Af en toe breekt de zon een seconde door voor een lucky shot. Aan het einde van de kloof staan mensen in de rij om een foto te maken. Als wij na zes wachtenden aan de beurt zijn, komt er nét een wandelgroep van 40 personen in felgekleurde wandeltenues achter de rots vandaan. Handig: de Google Pixel kan (niet altijd even succesvol) mensen uit de achtergrond verwijderen, hier is dat toch redelijk gelukt.

Check het kleurverschil van de rotsen bij wel of geen zon.

6. Eten in een grotrestaurant

Guayadeque is een ravijn dat onvoorstelbaar groen is. In de rotswanden zijn veel grotten. Ze werden gebruikt om in te wonen, als kerk, als opslag, als stal voor de dieren. In sommige grotten wonen nog steeds mensen. Een idee krijgen van hoe dat is? Je kunt zelf in een grotwoning verblijven.

Nog bekender zijn de grotrestaurants, waar wij voor komen. Er staan hordes mensen op straat te wachten en overal staan auto’s geparkeerd. Sommige zijn ingesloten en kunnen voorlopig hun parkeerplek niet uit. Ook bij Restaurante Vega (waar alleen vlees op het menu staat) is het zoeken naar een strategisch plekje waar de auto niet ingesloten wordt.

We laten ons binnen op de wachtlijst zetten en daarna is het wachten geblazen. Een Nederlands groepje begint niet aan het wachten. Volgens hen is het doordeweeks uitgestorven, geen idee of dat waar is. Na 1 uur en 40 minuten krijgen we tafeltje. Niet in het grotgedeelte en niet in het deel met uitzicht, maar precies ertussenin. Een beetje zoals een tafel in een gewoon, luidruchtig restaurant met slechte akoestiek. Het is inmiddels half 5, dus we maken er een vroeg diner van. Het eten is verrassend goed geprijsd voor zo’n hysterisch drukke plek. Het lokale toetje Polvito Uruguayo met room, koekkruimels, meringue en dulche de leche is goddelijk. Ik heb het daarna op andere plekken besteld, maar nergens zo goed als hier.

7. Bezoek de hoofdstad Las Palmas de Gran Canaria

Een bezoek aan de hoofdstad Las Palmas mag natuurlijk niet ontbreken. Blind volgen terwijl je langs alle highlights van de hoofdstad wordt geloodst? Ik kan een goede free walking tour wel waarderen. We komen langs alle bekende plekken in de historische wijk Vegueta, zoals het huis van Columbus. Voor de liefhebber zijn er verschillende museums.

We beklimmen de toren van de kathedraal Santa Ana voor uitzicht over de stad. De vissershuisjes op de heuvel zijn gekleurd, zodat de vissers vanaf een afstand hun eigen huis konden zien.

Aan de andere kant van Las Palmas ligt het stadsstrand Canteras. Het schijnt een van de mooiste stadsstranden van Europa te zijn. Langs de boulevard zijn veel terrasjes en ik kan me voorstellen dat het sfeervol is, maar wij treffen het in de regen.

Tip: Als je de kant van Canteras bezoekt kan je een paar uur gratis parkeren bij Centro Comercial El Muelle.

Iets buiten de stad vind je de botanische tuin Jardín Botánico Canario Viera y Clavijo. Het is groter dan ik dacht. De tuin lijkt niet echt goed onderhouden en we belanden regelmatig onaangekondigd op een doodlopend pad. Niet per se een aanrader.

8. Wandel een rondje om krater Caldera de Bandama

Caldera de Bandama is een krater van 216 meter diep, begroeid met heel veel groen. De naam van de krater is een verbastering van de naam van de Belgische handelsreiziger Van Damme. Wat een oase van rust, behalve dat we net tussen drie schoolbussen vol jonge tieners belanden. Om ze te ontlopen wandelen we eerst naar de top. Niet dat dat helpt tegen hun geschreeuw en gejoel. Je kan Pico de Bandama trouwens ook met de auto bereiken.

Ook de afdaling naar de krater Caldera de Bandama is de moeite waard. In nog geen 4 kilometer ga je naar beneden en wandel je er een rondje. Beneden staat een oud wijnhuis, handig als het begint te regenen.

9. Wandelen door pittoresk Puerto Mogan

Een plek die iedereen die ooit Gran Canaria is geweest me aanraadde, is Puerto Mógan. Ook wel eens ‘Het Venetië van Gran Canaria’ genoemd. Ik denk dat dit minstens de vijfde ‘Het Venetië van…’ is dat ik bezocht heb. Charmant is het dorp vol pittoreske huisjes en bloemen in ieder geval wel. Er zijn genoeg restaurantjes en ik kreeg er een ouderwets zomervakantiegevoel, maar dan in februari.

Combineer je bezoek aan het zuiden van het eiland eventueel met Puerto Rico, vanaf daar kun je een trip doen om dolfijnen en/of walvissen te spotten.

10. Natuurgeweld bij El Bufadero

Een plek die een tussenstop waard is: El Bufadero. Waar de rotsen overgaan in de zee zit een gat dat leeg wordt gezogen door de kracht van de zee. Er ontstaat een waterval en zelfs een soort geiser voordat het weer volloopt met water. Een bijzonder natuurfenomeen, waar je gerust een half uur naar kunt staren.

11. Los Azulejos de Veneguera (Rainbow Rocks)

Los Azulejos De Veneguera (Rainbow Rocks) zijn stenen die door mineralen verschillende kleuren hebben. Je kan er ongetwijfeld wandelen, maar ik bewonderde de kleurrijke stenen gewoon vanaf een uitzichtpunt langs de weg.

12. Mooie dorpjes bezoeken

Op Gran Canaria zijn veel gezellige dorpjes, met allemaal hun eigen charme. In sommige dorpen staan bijna alleen maar witte huizen, in andere dorpjes zijn ze losgegaan met kleuren. Balkons komen bijna altijd in het straatbeeld terug. De grootte van het balkon liet vroeger zien hoe rijk de bewoners waren. Nu ben ik vooral enthousiast als iemand zijn grote of kleine balkon heeft gevuld met planten. Combineer een dorpsbezoek met lunch of diner, zo kun je zoveel mogelijk plekken ontdekken. Ik bezocht onder andere Agaete, Teror, Arucas (waar mijn favoriete rum Ron Miel vandaan komt) en Santa Lucia. Een paar dorpjes van mijn longlist waar ik uiteindelijk niet geweest ben: Tejeda, Artenara, Firgas en Galdar.

13. Uitzicht bij Mirador del Balcon

Bij Mirador del Balcon scoren we één van de schaarse parkeerplekjes, wimpelen we de opdringerige verkoper af en genieten we van het uitzicht. Alleen de route hiernaartoe is al mooi en dat sluit mooi aan bij mijn volgende tip.

14. Touren over het eiland

De bergwegen op Gran Canaria zijn al een bezienswaardigheid op zich, vooral als je bijrijder bent. Als bestuurder moet je vooral hele strakke bochten maken op wegen die gemiddeld 1,5 baan breed zijn.

Niet alleen de bekende uitzichtpunten zoals Mirador del Balcon of de Rainbow Rocks zijn de moeite waard. Langs de weg zijn regelmatig mooie uitzichten. Stop dus gewoon als je ergens een plek of (veilige) geïmproviseerde parkeerplek ziet in de buurt van een mooi uitzicht.

15. Bijzonder overnachten op Gran Canaria

Kom je voor zon, zee, strand en een zo hoog mogelijke zonkans? Dan kun je het best in het zuiden verblijven. Van adults only tot een hotel met een waterpark voor de kinderen, er is genoeg keuze.

Zoek je een minder toeristisch plekje? Dan kun je uitwijken naar de bergen, waar je huizen of villa’s met tuinen of zelfs privézwembaden kunt vinden. Ik verbleef bij Albor Suites, in de bergen bij Santa Brigida. Het is een oud wijnhuis met een grote tuin en ruimte appartementen en studio’s. Hou er rekening mee dat het in de bergen een paar graden kouder is dan in het zuiden. Voor restaurants moet je meestal een stukje rijden.

Of kies juist voor een fancy hotel in de hoofdstad, zoals Boutique Hotel Cordial Malteses of Santa Catalina. Een voordeel is dat je ‘s avonds kunt neerstrijken bij eindeloos veel restaurants en barretjes.

Extra tip: sluit een goede autoverzekering af

Nadat we bij Caldera de Bandama hebben gewandeld, is de achterruit van onze auto verbrijzeld. Ongeveer 1,5 uur later zitten we met zijn tweeën op de voorbank van de takeldienst. Gebarsten ramen zijn niet zo vreemd met de hoeveelheid rotsen en stenen op Gran Canaria. Een kapotte achterruit komt iets minder vaak voor. We moeten 540 euro aftikken, maar we hebben dat snel teruggekregen. Sunny Cars adverteert dus niet voor niets met all-in verzekeringen. No spon, noodgedwongen voor jullie getest.

Heb jij vakantieplannen in het vooruitzicht?