‘Zouden er mensen zijn die deze periode fijn vinden?’ vroeg mijn vriend laats. Het klinkt als een retorische vraag. Hij reageert redelijk verbaasd als ik zeg dat ik het eigenlijk best fijn vind.

We kennen elkaar zo goed na zes jaar, maar dat terzijde. Ik weet dat er mensen zijn die nog beter bij deze periode gedijen dan ik. Ik kan me daar best in inleven, maar het is niet voor iedereen vanzelfsprekend dat er mensen zijn die deze periode ok vinden – of meer dan dat.

Ik hou altijd al van thuis zijn. Ja, ik hou daarnaast van vakanties, dagjes weg, etentjes in de stad en mijn vrienden zien. Misschien is dat juist waarom deze periode zo overzichtelijk voelt. Ik zit thuis, ik doe niks leuks en ik heb het gevoel dat anderen ook niet veel bijzonders doen. Ik heb normaal niet echt last van fomo (fear of missing out). Maar misschien speelt het onbewust toch een rol. Ik vind het prima als andere mensen leuke dingen doen, echt. ‘Leuke dingen’ zijn bovendien relatief. Soms vind ik thuiszitten leuk en kies ik daarvoor. Ik vind het daarom stom om toe te geven en dat ik dit zo voel, maar thuiszitten voelt voor mij nog relaxter nu ik weet dat iedereen dat doet. Het maakt me er ook bewust van met welke leuke dingen mijn leven voorheen gevuld was.

En zo begon ik na te denken over dingen die van mij mogen blijven als alles straks weer normaal/normaler is.

Rust en overzicht

In de eerste weken van de lockdown was het rustig in de stad. Om anderhalve meter afstand te houden van tegenliggers kon je gewoon uitwijken naar de weg. Er reden amper auto’s. Ik vind het bijzonder dat ik Antwerpen op die manier heb meegemaakt, dat is uniek. Ik las laatst het artikel I miss this time allready en ik vind sommige dingen heel herkenbaar. De reden waarom we allemaal zoveel mogelijk binnenblijven is niet leuk, maar het gevoel dat alles straks weer verandert, levert me nu al nostalgische gevoelens op. Mijn leven is overzichtelijk, mijn agenda is niet volgepland, de stad is vredig, eten bestellen is opeens locals supporten, ik zet geen wekker meer op werkdagen, mijn vriend en ik eten opeens alle maaltijden samen, geen fomo – want niemand doet iets leuks… Ik wil niet voor eeuwig thuis opgesloten zijn zonder leuke dingen, maar een beetje van deze rust meenemen, zou leuk zijn.

De stad mag blijven

Ondanks dat ik genoten heb van de rust in de stad, wil ik hier net zo graag zijn als het weer druk is. De terrassen vol, iedere week – wat zeg ik: iedere dag – evenementen. Waar sommigen in deze periode ontdekt hebben dat ze zo van de rust genieten dat de stad misschien niets (meer) voor hen is, ben ik er nog steeds in mijn nopjes. De laatste jaren merk ik dat de natuur me steeds meer begint te lokken, maar liever voor een dag, weekend of vakantie – wat hopelijk in de toekomst weer een optie is.

Ik moet bekennen dat de stad nadelen heeft. Op warme dagen ben ik stiekem een beetje jaloers op mijn collega’s uit Wallonië die een megagrote tuin hebben met heerlijke hoekjes met keuze tussen zon of schaduw. En zie ik daar een zwembad?! Een balkon, terras of tuintje is op mijn wensenlijst gestegen voor een volgende woning. Ons huidige balkon is ongeveer een vierkante meter. Het is een fijn idee om een buiten te hebben, maar in de praktijk kunnen we er weinig mee. Als we deze zomer veel tijd binnen doorbrengen, lijkt het me leuk om op het balkon te kunnen zitten met een drankje. Ik heb als een gek kleine en compacte balkonsets gegoogeld en met een meetlint op het balkon gestaan. De pijnlijke conclusie: er past geen balkonset voor 2 personen. Twee van de smalste bistrostoeltjes gaat misschien net, maar dat nodigt niet bepaald uit tot comfortabel chillen. Er moet iets te dromen blijven: een buitenruimte waar ik iets mee kan.

Blijf uit mijn aura

Als je naar mijn balkon kijkt, zou je het niet zeggen, maar ik hecht waarde aan ruimte om me heen. Letterlijk. Ik vind het vervelend als iemand te dichtbij komt. Ik heb altijd een hekel gehad aan 1, 2 of 3 zoenen geven. Als het lukt om er met goed fatsoen aan te ontkomen, doe ik dat. In België is dat net iets lastiger, want ze zijn er hier dol op. Zelfs als je iemand nooit eerder ontmoet hebt.

Ik zeg soms eerlijk dat ik er niet aan doe en ik heb al vaker te horen gekregen dat mensen dat een kille reactie vinden. Maar waarom zou je geen afscheid kunnen nemen zonder zoenen? Het is allemaal niet minder gemeend. Door corona is handen geven uit de samenleving verdwenen. Laat staan dat we zoenen geven. Het mag duidelijk zijn, ik vind dat príma. Misschien is het in de toekomst eindelijk sociaal geaccepteerd om geen zoenen te geven. Mensen zullen denken dat ik bang ben voor corona. Dat is beter dan bestempeld worden als kille persoonlijkheid. Het is mooi meegenomen dat ik niet meer hoef te twijfelen over het aantal zoenen*.

* In België wisselen ze tussen 1 en 3 zoenen, Nederlanders geven er 3, al is 1 zoen ook aan een flinke opmars bezig).

Een grote plus: thuiswerken

Ik functioneer prima als thuiswerker, dat wist ik al. Mijn werk huidige werk is – hopelijk was – er principieel niet zo’n fan van. En dus werkte ik nooit thuis, al leent mijn werk als copywriter zich er in theorie zeer goed voor. Dat blijkt, want alles loopt al elf weken op rolletjes. Ik hoop dat thuiswerken voor mijn werkgever een blijvertje is. Een of twee dagen thuis zou meteen een gevoelsmatig goede compensatie zijn voor mijn iets te lange reistijd.

Dankbaar voor kleine dingen

Een laatste voordeel dat ik bijna een beetje zweverig vind, aangewakkerd door de online cursus die ik half volgde: ik ben dankbaar voor van alles. Waar ik eerst mijn HelloFresh-box soms uit frustratie uit het raam wilde gooien als een gerecht te moeilijk was, is het tegenwoordig het hoogtepunt van de dag. Ik waan me bijna uit eten als ik een maaltijd op tafel zet die ik nooit zelf bedacht zou hebben. Andere hoogtepunten: wandelen, ijsjes halen, een productieve dag hebben, lachen met mijn vriend, blij zijn met mijn appartement (behalve dat balkon dan), ik heb werk, er zit een kaartje bij de post, weer een ijsje halen, ik hoef geen wekker meer te zetten. En bovenal: ik ben gezond, dat is eigenlijk al genoeg om dankbaar voor te zijn.

Oh, en dat er overal desinfecterende handgel staat. Ik hoop dat dat zo ingeburgerd raakt dat het blijft.