Patat of Friet?

Ik zou de discussie eigenlijk zonder er een woord aan vuil te maken voorbij moeten laten gaan, want ik heb hem al meerdere keren gevoerd. Ik dacht dat ik eruit was, maar de rest van Nederland blijkbaar nog niet.

Als Nederlander van boven de rivieren woon ik in een patat-gebied, waar ik een gelukkige jeugd heb gehad met om de vrijdag een patatdag. Dat botst met alles wat mijn Vlaamse vlam ooit geleerd heeft over zijn o zo geliefde friet. ‘Patat? Dat is gewoon een aardappel.’

Patat of friet?

In onze discussie(s) kwamen we steeds tot dezelfde conclusies:

– Friet en patat staan allebei in het woordenboek.
– Waar in Nederland patat of friet wordt gezegd is heel erg afhankelijk van de locatie.
– Ja, een groot deel van de Nederlanders zegt friet, maar ik ben toevallig opgegroeid in een gebied (of gezin) waar patat wordt gezegd.
– In België is het toch íets makkelijker om goede friet te vinden.

Omdat het de diepgang van een relatie niet ten goede komt om steeds opnieuw te discussiëren over randzaken zoals ‘patat of friet’ (de discussie ‘lopen of wandelen’ hebben we ook meerdere keren gevoerd) hebben we een tijd geleden besloten dat we ons aanpassen aan de plaats waar we zijn.

Sindsdien ga ik half vreemd met #teamfriet. In België probeer ik het woord friet te gebruiken. Toch verlaat ik #teampatat nog niet. Als ik in Nederland per ongeluk het woord friet uitspreek, voel ik me spontaan een beetje ontheemd.

Misschien moet ik overstappen naar de oorspronkelijke benaming van 200 jaar geleden: patatfriet.

Wat zeg jij: patat of friet?