haret jdoudna madaba

Aangezien het pas maart is, is het nog niet bloedheet. Terwijl we de heuvel oplopen, krijg ik het toch steeds warmer en lijkt de warmte in Madaba (Jordanië) in maart amper onder te doen voor een Nederlandse zomerdag.

Een man gekleed in een net pak snelt ons voor bij. Hij is aan dit weer gewend en voor hem voelt dit waarschijnlijk als winter. Hij houdt zijn pas iets in en steekt zijn half open plastic tasje onze kant op. De man biedt ons een stukje baklava aan.

In een reflex zeg ik nee. Nee, bedankt. Waarom zou iemand op straat me zomaar iets aanbieden? Er zit vast iets achter. Misschien laat hij ons daarna teveel betalen. Of toch niet? De man haalt zijn schouders op en vervolgt zijn weg. Het maakt ook niet echt uit. We zijn onderweg naar een restaurant om uitgebreid te gaan lunchen.

Bij Haret Jdoudna (lekker, maar voor Jordaanse begrippen wel iets duurder) eten we verschillende ‘kleine’ gerechten. Half in de schaduw half in de zon genieten we op de binnenplaats van het restaurant van het lekkere weer.

‘Kijk,’ zegt mijn vriend opeens. ‘Daar loopt de man die ons net baklava aanbood.’ De man in het nette pak houdt ook hier de pas erin, als medewerker van het restaurant. De baklava die we net gratis aangeboden kregen, staat hier waarschijnlijk voor een paar euro op de menukaart.

Ben ik onterecht wantrouwig?

De situatie zet me aan het denken. Ben ik te wantrouwig aangelegd? Een spontane ontmoeting met een local kan juist voor de meest bijzondere ervaring van je reis of vakantie zorgen. Ik zeg regelmatig ‘no thanks’ zonder na te denken – en soms zelfs zonder echt goed te luisteren. Het lukt me allemaal zelf wel, ik heb geen lift nodig, geen hulp nodig en ik heb er al helemaal geen zin in om achteraf te ontdekken dat er toch iets achter die vriendelijkheid zat.

Zonde eigenlijk. In sommige gevallen is het misschien verstandig om alles af te houden, maar wie weet welke avonturen ik daardoor misloop. Misschien moet ik volgende keer toch íets meer durven geloven in de goedheid van de mens. Alsof iemand een random voorbijganger (mij) zou willen vergiftigen met een stuk baklava.

Herken jij jezelf hierin, of durf jij op reis/vakantie meer open te staan voor anderen dan ik?